DONATEURWORD LID
#

HHR

Huishoudelijk Reglement van de vereniging ‘OPRECHT’
Artikel 1 Begripsbepalingen
    1. Dit en geen ander reglement kan worden aangehaald als het “Huishoudelijk Reglement” van de Vereniging OPRECHT.
    2. In dit reglement wordt onder ‘de Statuten’ verstaan de statuten van de Vereniging OPRECHT.
    3. In dit reglement wordt onder ‘de Partij’ verstaan, OPRECHT zoals bedoeld in Art 1 van de Statuten.
    4. Verwijzingen naar artikelen zijn verwijzingen naar artikelen van het huishoudelijk reglement, tenzij uitdrukkelijk anders aangegeven. Met verwijzingen in het huishoudelijk reglement naar “hij” wordt tevens bedoeld te verwijzen naar “zij”. Met verwijzingen in het huishoudelijk reglement naar “zijn” of “hem” wordt tevens bedoeld te verwijzen naar “haar”.
Artikel 2 Wijze van besluitvorming
    1. Besluiten worden genomen met een gewone meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen behoudens situaties waarin de Statuten anders voorzien.
    2. Behalve de voorzitter, mag ieder stemgerechtigd lid in het desbetreffende partijorgaan slechts een stem uitbrengen. De voorzitter’s stem geldt voor twee.
    1. Een besluit van een bestuur of commissie van een ledenvergadering is slechts dan rechtsgeldig indien tenminste de helft van de leden van dat orgaan aan de stemming heeft deelgenomen.
    2. Besluitvorming binnen een bestuur of een commissie kan naast de in dit reglement voorgeschreven wijze ook digitaal, per post of telefonisch plaatsvinden.
Artikel 3 Website/Social Media
    1. Het Partijbestuur draagt zorg voor aanwezigheid van de Partij op internet door middel van een website, aanwezigheid op social media en door middel van verspreiding van digitale uitgaven via e-mail die op verzoek kunnen worden toegezonden. Het Partijbestuur is bevoegd deze aanwezigheid gezamenlijk te verzorgen met een of meer van de fracties in een van de Kamers der Staten-Generaal of de delegatie in het Europees Parlement of een ander partijorgaan.
    2. Het recht op het gebruik van het ORN-logo en ORN-beeldmerk en de naam “OPRECHT” alsmede de afkorting “ORN” berust exclusief bij de Partij via het Partijbestuur.
    3. Leden die zonder expliciete schriftelijke toestemming vh Partijbestuur zich uiten op social media met gebruik van ORN-logo’s en beeldmerken of zich anderszins kennelijk uitgeven als ORN-orgaan dienen op 1e verzoek van het Partijbestuur deze accounts over te dragen aan de Partij of deze op te heffen.
Artikel 4 Het Lidmaatschap
    1. Aanmelding voor het lidmaatschap geschiedt bij het Partijbestuur. Het Partijbestuur kan indien de redelijkheid en billijkheid dat eisen, alvorens te besluiten tot toelating van een lid of een groep leden, een onderzoek (doen) instellen. Een dergelijk onderzoek dient binnen drie maanden te zijn afgerond.
    2. Het lidmaatschap gaat in op de registratiedatum van ontvangst van de aanmelding, mits de eerste contributiebetaling binnen de gestelde termijn bij de penningmeester is binnengekomen dan wel op het tijdstip van het besluit van het Partijbestuur tot toelating. Indien het Partijbestuur op grond van onder-zoek of anderszins besluit tot niet-toelating als lid, wordt een eventueel reeds betaalde contributie gerestitueerd en wordt het lidmaatschap geacht niet te zijn ingegaan. 
    3. Het Partijbestuur kan overeenkomstig Artikel 5 van de Statuten binnen drie maanden na aanmelding beslissen dat betrokkene geen lid kan worden. In dat geval wordt de betrokkene geacht nooit lid te zijn geweest van de Partij.
    4. Gedurende een periode van een jaar na inschrijving kan een lid niet voor een vertegenwoordigende functie worden gekandideerd, behoudens ontheffing door het Partijbestuur.
Artikel 5 Lidmaatschapsrechten
    1. Met inachtneming van het in de Statuten en het Huishoudelijk Reglement bepaalde, heeft ieder lid onder meer het recht:
      1. de algemene vergadering bij te wonen, aan de discussie deel te nemen en te stemmen in de algemene vergadering;
      2. zijn stem uit te brengen bij de aanwijzing van de kandidaten die door de Partij gesteld worden bij de verkiezing voor een vertegenwoordigend lichaam;
      3. zich kandidaat te stellen voor een vertegenwoordigend lichaam met inachtneming van Artikel 6 van de Statuten;
    2. De rechten aan het lidmaatschap verbonden, kunnen pas worden uitgeoefend zodra aan de contributie-verplichting is voldaan. Een lid kan deelnemen aan de besluitvorming als hij voorafgaand aan de opening van de ledenvergadering, dan wel digitale- of poststemming, aan zijn contributieverplichtingen heeft voldaan.
    3. Ingeval van opzegging of royement van het lidmaatschap namens de Partij stelt het Partijbestuur het lid per aangetekende brief in kennis van de opzegging, onder vermelding van de gronden waarop de opzegging berust en de bevoegdheid van de ingeschrevene tegen dit besluit binnen vier weken na dagtekening van de brief beroep in te stellen bij de Commissie van Beroep.
    4. Door een (voorgenomen) besluit tot opzegging van het lidmaatschap namens het Partijbestuur zijn alle rechten en verplichtingen die aan het lidmaatschap verbonden zijn vervallen, behoudens de bevoegd-heid tot verweer en beroep. De opschorting duurt voort tot het besluit tot opzegging onherroepelijk is geworden dan wel is vernietigd. Mocht het beroep gegrond verklaard worden dan wordt het lidmaat-schap en de daaraan verbonden rechten geacht te hebben voortgeduurd.
    5. Ingeval van opzegging door de partij is geen contributie meer verschuldigd over het lopende jaar en gaat het Partijbestuur zo spoedig mogelijk over tot terugbetaling van het eventuele restant.
    6. In geval van royement stelt het Partijbestuur het lid per aangetekende brief in kennis van het royement, onder vermelding van de gronden waarop het royement berust en de bevoegdheid van de ingeschreve-ne tegen dit besluit binnen vier weken na dagtekening van de brief beroep in te stellen bij de Commissie van Beroep.
    7. Royement vindt plaats op voordracht van het Partijbestuur wanneer een lid in strijd met de Statuten, het Huishoudelijk Reglement, overige reglementen en/of besluiten van de Partij handelt en/of de Partij op onredelijke wijze benadeelt.
    8. Royement vindt plaats door het Partijbestuur; maar niet nadat het betrokken lid in de gelegenheid is gesteld zich te verweren.
    9. De Commissie van Beroep zal zo spoedig mogelijk na ontvangst van het beroep tegen een besluit tot royement van een lid het beroep in behandeling nemen.
    10. Alle rechten die aan het lidmaatschap verbonden zijn worden vanaf het moment van het besluit tot royement opgeschort, behoudens de bevoegdheid om gehoord te worden en de bevoegdheid tot beroep. De opschorting duurt voort tot het moment waarop door de Commissie is beslist op het beroep. Mocht het beroep gegrond verklaard worden dan wordt het lidmaatschap en de daaraan verbonden rechten geacht te hebben voortgeduurd.
    11. De rechten verbonden aan het lidmaatschap zijn niet overdraagbaar.
Artikel 6 Commissie van Beroep
    1. Er is een Commissie van Beroep, bestaande uit een voorzitter, twee leden en een plaatsvervangend lid die op voordracht van het Partijbestuur door de Algemene Vergadering worden gekozen voor een periode van twee jaar. In het geval (plaatsvervangende) leden van de Commissie van Beroep - om welke reden dan ook - niet in staat zijn om hun taak naar uit te oefenen (bijvoorbeeld door overlijden, ziekte, opzegging van het lidmaatschap of royement van het lidmaatschap), voorziet het Partijbestuur in tussentijdse vervanger(s).
    2. De Commissie van Beroep neemt kennis van en doet onherroepelijk en bindend uitspraak in beroep dat is ingesteld tegen beslissingen van partijorganen waartegen krachtens de Statuten en de daaruit voortvloeiende reglementen beroep ingesteld kan worden, waaronder besluiten van de Partij betreffende (i) opzegging van het lidmaatschap door de Partij zoals bedoeld in Artikel 14 van de Statuten en(ii) royement van het lidmaatschap door de Partij zoals bedoeld in Artikel 15 van de Statuten;
    3. Voorts neemt de Commissie van Beroep kennis en doet onherroepelijk uitspraak in beroepen die zijn ingesteld krachtens het Huishoudelijk Reglement.
    4. Het beroep wordt ingesteld bij aangetekende brief en wel op straffe van niet-ontvankelijkheid binnen vier weken na ontvangst van de kennisgeving van het besluit waartegen het beroep wordt ingesteld; in deze kennisgeving is het recht van beroep vermeld, alsmede de termijn waarbinnen en de wijze waarop beroep moet worden ingesteld.
    5. Indien de Commissie van Beroep geen uitspraak heeft gedaan binnen zes maanden nadat het beroep is ingesteld, wordt dit beroep gegrond te zijn verklaard en vervalt het besluit waartegen beroep is ingesteld met ingang van de dag volgende op die waarop de uitspraak had moeten worden gedaan.
    6. Er kan een reglement van de Commissie van Beroep worden vastgesteld door het Partijbestuur.
Artikel 7 Algemene Vergadering
    1. De Algemene Vergadering wordt bijeengeroepen door het Partijbestuur. De oproeping geschiedt via e- mail minstens vier weken voor de datum waarop de vergadering wordt gehouden onder vermelding van een locatie waar de leden zich kunnen aanmelden voor het bijwonen van de vergadering.
    2. Alle leden worden uitgenodigd voor de Algemene Vergadering. Alleen die leden die zich (tijdig) hebben aangemeld hebben toegang tot de vergadering tenzij de voorzitter van het Partijbestuur anders beslist. In geval van twijfel of onenigheid beslist de voorzitter van het partijbestuur, of het betreffende lid wordt toegelaten.
    1. Het Partijbestuur kan gasten toelaten op de Algemene Vergadering. Deze gasten hebben geen stemrecht.
    2. Het Partijbestuur stelt de agenda voor de Algemene Vergadering vast. Een Algemene Vergadering wordt ten minste een maal per jaar gehouden. De Algemene Vergadering wordt gehouden in Nederland.
Artikel 8 Gemeentelijke en Provinciale Afdelingen
    1. OPRECHT is anders georganiseerd dan traditionele politieke partijen. Provinciale afdelingen zijn wél altijd organen van de Partij, maar in de gemeenten probeert de partij eerst tot allianties te komen met lokalen partijen; zij die programmatisch het meest aansluiten bij het programma van de Partij. In die gevallen zijn de lokalen partijen franchisenemers, die de standpunten van de Partij mogen en moeten uitdragen indien zij onder de paraplu van de Partij de ORN-Partijstandpunten in hun lokale politiek willen uitoefenen. Zij zullen daartoe het beeldmerk ORN en de volledige naam ‘OPRECHT’ of de alliteratie ‘ORN’ aan hun lokale partijnaam toevoegen. Allianties zijn voor de Partij tevens informele overlegplatforms. Hun taak is om de organen van de Partij te informeren over relevante ontwikkelingen in de Provincie en Gemeente en te attenderen op mogelijke kandidaten voor de PS en TK verkiezingen. Alle beslissingen binnen de Partij worden op landelijk niveau genomen door de organen van de Partij in overeenstemming met de Statuten en dit Huishoudelijk Reglement.
    1. De Partij vormt alleen zelf gemeentelijke afdelingen, indien in een gemeente geen lokale partij een alliantie met OPRECHT wil aangaan.
    2. De Partij kan wel “Provinciale Teams” vormen waarvan het werkterrein een provincie, een deel van een provincie , dan wel een combinatie van provincies kan bestaan. Het hoofd van een Provinciaal Team zal de Regiomanager worden genoemd.
    1. Binnen de aan de Partij gelieerde lokale partijen en informele overlegplatforms zoals bedoeld in Artikel 8.1 functioneren Provinciale Teamleden die worden benoemd door het Partijbestuur voor een periode van een jaar. Na verloop van dat ene jaar kan een lid van een Provinciaal Team worden herbenoemd door het Partijbestuur.
    2. Het Partijbestuur kan een lid van een Provinciaal Team te allen tijde met onmiddellijke ingang ontslaan.
Artikel 9 Kandidaatstelling bij verkiezingen – Eerste –en Tweede Kamer en Europees Parlement
    1. De lijsttrekkers voor de Tweede Kamer verkiezingen en de verkiezingen voor het Europese Parlement worden volgens de Statuten gekozen door de algemene vergadering op voordracht vh Partijbestuur.
    2. Alle kandidaten voor verkiezingen worden door het Partijbestuur geselecteerd. De fractie en de regio-nale afdelingen kunnen kandidaten voordragen aan het Partijbestuur. Individuele leden kunnen niet zichzelf voordragen.
    3. Binnen het Partijbestuur wordt bij meerderheid beslist over de kandidatenlijst. De stem van de voorzitter geldt hierbij voor twee.
    1. Voor de Tweede kamer, de Eerste Kamer en het Europees parlement worden deze kandidatenlijsten ter goedkeuring voorgelegd aan de Algemene Vergadering. De Algemene vergadering kan besluiten bepaalde kandidaten hoger of lager op de lijst te plaatsen. De Algemene Vergadering kan ook kandidaten afwijzen.
Artikel 10 Kandidaatstelling Provinciale Staten en Gemeenteraad
    1. Voorafgaande aan de dag van de verkiezingen, besluit het Partijbestuur om al dan niet aan de verkie-zingen mee te doen en in welke gemeentes of Provincies de Partij mee gaat doen aan de verkiezingen voor Provinciale Staten.
    2. Het Partijbestuur is verantwoordelijk voor de voorbereidingen voor de kandidaatstelling en verkiezingen. Het maakt daartoe een planning.
    3. Het partijbestuur benoemt een selectiecommissie die is belast met de werving van kandidaten en het selecteren van kandidaten voor een plaats op de kandidatenlijst. De selectiecommissie adviseert het Partijbestuur over de kandidatenlijst.
    4. In afwijking van het vorige lid kan het Partijbestuur voorstellen om af te zien van een selectiecommissie. In dat geval vervult het Partijbestuur de functie van de selectiecommissie. De op de selectiecommissie van toepassing zijnde artikelen, zijn dan op het Partijbestuur van overeenkomstige toepassing.
    5. De selectiecommissie nodigt iedereen die heeft gesolliciteerd of is voorgedragen, uit voor een gesprek. Zij maakt van elk gesprek een kort verslag.
    6. De selectiecommissie besluiten om een selectie te maken van personen met wie zij een gesprek voert. De beoordeling van de kandidaten kan ook plaatsvinden via online systemen. De selectiecommissie geeft bericht aan de personen die niet worden uitgenodigd of hun sollicitatie of voordracht wordt afgewezen dan wel wordt aangehouden.
    7. De inhoud van de adviezen van de selectiecommissie is strikt vertrouwelijk.
    8. De selectiecommissie stelt aan het Partijbestuur een voorstel voor de kandidatenlijst voor.
    1. Uiterlijk twee weken voor de bekendmaking van het voorstel voor de kandidatenlijst stelt het Partijbestuur alle personen die in het advies voorkwamen, van hun positie op de voorgestelde kandidatenlijst gemotiveerd in kennis.
    1. Indien iemand zich uiterlijk 1 week voor de bekendmaking van de kandidatenlijst terugtrekt, kan des-gewenst zijn naam uit de stukken worden weggelaten. Het terugtrekken dient schriftelijk te gebeuren.
    2. Op de eerste dag na de vaststelling van de kandidatenlijst stelt het Partijbestuur de kandidaten van hun definitieve positie op de kandidatenlijst op de hoogte. Het Partijbestuur verzoekt de kandidaten om hun kandidaatstelling te bewilligen door het ondertekenen van een verklaring.
    3. Indien de kandidatenlijst onvolledig wordt in geval van overlijden, verhuizen of bedanken van een kandidaat, is het Partijbestuur bevoegd om de kandidatenlijst door opschuiving aan te vullen met vooraf geselecteerde reservekandidaten.
    4. Het Partijbestuur draagt zorg voor het inleveren van de kandidatenlijsten de daarbij in te leveren stukken op de dag van de kandidaatstelling.
Artikel 11 Hardheidsclausule

11.1 Indien de toepassing van een of meerdere onderdelen van dit reglement zodanig uitwerkt dat het OPRECHT schaadt of beperkt, of op een andere manier tot onwenselijke of onredelijke uitkomsten leidt (dit is te beoordelen door het Partijbestuur), dan kan het Partijbestuur besluiten om van het betreffende onderdeel af te wijken.

Artikel 12 Diversen
    1. In gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist het Partijbestuur.
    2. De bepalingen in dit Huishoudelijk Reglement sluiten zo veel mogelijk aan bij de bepalingen in de Statuten. Mocht zich een onverenigbaarheid voordoen tussen de Statuten en het Huishoudelijk Reglement dan zullen de bepalingen in de Statuten te allen tijde prevaleren, zulks ter beoordeling van het Partijbestuur.