DONATEURWORD LID
#

Onderwijs

OPRECHT staat voor kleinere klassen, met goed betaalde docenten met minder administratieve taken en grote aandacht voor gedegen kennisopbouw en sociale en empathische ontwikkeling van het kind in een veilige omgeving. Universiteiten mogen weer kennisinstellingen worden, waar het Nederlands de voertaal is en Nederlandse studenten voorrang krijgen op buitenlandse studenten. 

De salariskloof tussen primair en secundair onderwijs moet worden verkleind. Dat maakt het aantrekkelijk voor jongeren om voor het onderwijs te kiezen en te kunnen komen tot kleinere klassen, waar meer aandacht kan zijn voor de leerlingen. De afspiegeling van de maatschappij mag terugkomen in de klassen, dus een evenredig aantal vrouwelijke en mannelijke leerkrachten is voor leerlingen een goed voorbeeld. Dit kan bereikt worden door betere salariëring en meer autonomie voor leerkrachten voor de klas.

Door kleine klassen kunnen de adviezen voor kinderen die graag leren met gebruikmaking van hun handen beter worden afgestemd. Voor vakbekwame leerlingen die doorstromen naar het middelbaar beroepsonderwijs is een enorme arbeidsmarkt en kunnen daar als werknemers en ondernemers veel in verdienen. Leerkrachten moeten leerlingen daarop wijzen en hen trots maken op hun kennis en vaardigheden.

Het primair onderwijs moet zich richten op kennisvergroting op het gebied van rekenen en taal. OPRECHT constateert dat het onderwijs wel heel talig is geworden en dat dit een nadelig effect heeft op leerlingen die dit niet zijn. Er moet een vorm worden gevonden waardoor leerlingen toch de stof tot zich kunnen nemen zonder talige insteek. Daardoor moet er een differentiatie komen voor leerlingen die die graag met hun handen werken, leerlingen die minder talige omschrijvingen in de stof willen hebben en leerlingen die hier prima mee om kunnen gaan. Kleine klassen maken dit mogelijk.

De ontlezing is een zaak waar OPRECHT zich zorgen over maakt. Voorlezen in de klas behoort tot de primaire taken van een leerkracht. Kennismaken met literatuur en cultuur is belangrijk. Eveneens het bezoeken van musea twee keer per jaar behoort tot hun ontwikkeling. Tot slot zou OPRECHT voor het primair onderwijs leerlingen meer beweging buiten willen geven, daardoor zou een schooldag ook langer kunnen duren. Sommige leerlingen vinden het nog moeilijk om zo lang stil te zitten.

In het secundaire onderwijs moet er voor leerlingen die graag met hun handen werken een gespecialiseerde beroepsopleiding zijn, die passend is tot de arbeidsmarkt waar zij zich later in gaan bewegen. Aannemers, loodgieters, elektriciens zitten te springen om vakbekwame mensen en leerlingen die graag met hun handen willen werken, moeten de mogelijkheid worden geboden om veel stages te lopen bij potentiële werkgevers.

Voor kinderen die doorstromen naar theoretisch onderwijs moeten technasia en gymnasia nadrukkelijk aanwezig blijven, zodat zij een goede aansluiting tot het HBO of een universiteit krijgen. Voor het hoger beroepsonderwijs en universiteiten vindt OPRECHT dat het belangrijk is dat leerlingen zich kunnen ontwikkelen naar hun kennis en kunde. Daarom moet de basisbeurs terugkomen, om hen daar financieel in te ondersteunen.

Het HBO zal zich meer moeten richten op de arbeidsmarkt en de wensen die daaruit voortvloeien. Dit beroepsonderwijs moet ingericht worden, vanuit de beroepen die leerlingen gaan vervullen in de maatschappij.

Voor universiteiten geldt dat daar ruimte moet zijn voor de onderzoekende geest. Studenten moeten tijdens hun studie zich kunnen ontwikkelen tot breed opgeleide mensen, die met een inquisitoire geest de stof benaderen. Hiertoe dienen uitstapjes in vakken gemaakt te kunnen worden, wat weliswaar de studieduur verlengt, maar qua onderzoeksresultaten de Nederlandse universiteiten weer terugbrengt naar de top tien van de universitaire wereld én studenten goed voorbereid op de taken die zij straks op de arbeidsmarkt gaan verrichten. Een universitaire opleiding dient studenten op te leiden voor specialistische dan wel leidinggevende posities in de maatschappij.

OPRECHT is geen voorstander van de hoeveelheid Engels die gebruikt wordt tijdens een universitaire studie. Nederlandse studenten worden daardoor niet geschoold in het zich uitstekend en op hoog niveau verwoorden in het Nederlands.

Bovendien wil OPRECHT dat Nederlandse studenten voorrang krijgen binnen universiteiten boven buitenlandse studenten. Universiteiten moeten zich niet richten op een verdienmodel, maar op het aanbieden van uitstekend onderwijs. De financiering van universiteiten dient niet gebaseerd te zijn op het behalen van diploma’s.

Passend onderwijs op de basisschool kan alleen als de klassen vele malen kleinschaliger worden. Dit vergt een enorme inspanning van leerkrachten en kan negatieve gevolgen hebben voor de overige leerlingen in een klas. Kinderen met ernstige leer- of gedragsproblemen en ernstige lichamelijke- of mentale beperkingen moeten naar een school kunnen gaan, waar zij met kleine groepjes van zo’n zes tot acht leerlingen optimale aandacht krijgen, waardoor ook zij zich kunnen ontplooien naar hun kunnen.

OPRECHT wil het bijzonder onderwijs behouden. Openbare scholen kunnen daarnaast twee uur in de week Humanistische Vorming, Christelijk onderwijs of Islamitisch onderwijs verzorgen binnen de veilige en bekende omgeving voor leerlingen.